De Eerste Wereldoorlog
Gezien de dreigende oorlogssituatie worden alle pensionaires op 31 juli en 1 augustus, na vervroegde examens, naar huis gestuurd. Enkele dagen later worden de lessen in de Lagere Meisjesschool geschorst om 800 Belgische soldaten van het 7e linieregiment en vluchtelingen in de gebouwen te kunnen herbergen.
Op 20 augustus worden 30 leerlingen van vreemde nationaliteit, die hun ouders niet konden vervoegen, naar Knokke begeleid. In Waver bergt men op wat opgeborgen kan worden. Het gelijkvloers van het normaalschoolgebouw wordt als ziekenzaal voor het Belgische Rode Kruis ingericht. De 3de ambulanciercolonne richt er op 24 augustus een veldhospitaal in. Op 8 september komt een tweede colonne toe. De zusters met een Rode-Kruis diploma hebben meer dan gelegenheid om hun kennis toe te passen. Verschillende soldaten worden op het dorpskerkhof begraven. Op 27 september worden de gebouwen ontruimd.
Een dag later, op 28 september 1914, vinden de eerste gevechten op het grondgebied van Onze-Lieve-Vrouw-Waver plaats, in de Bergstraat.
Om halfvier wordt het Normaalschoolgebouw beschoten. Obussen slagen bressen in de torens en verwekken hier en daar brand. 's Avonds vertrekt het grootste deel van de communauteit, net als de soldaten: na een verblijf in het Rochesterhotel te Oostende wijkt men naar Engeland uit waar een deel van de comrmunauteit zich vanaf 23 oktober 1914 met de leerlingen zal vestigen te Woodford Green, in The Oaks.
Op 29 september 1914 's morgens stormt een patrouille ulanen door de Bosstraat. Rond middernacht wordt het dorp - dat vol Duitsers zit - beschoten. Het klooster en de parochiekerk staan in lichterlaaie. De dag daarop wordt, bij nieuwe beschietingen in de vroege morgen, aan het normaalschoolgebouw weer grote schade toegebracht. Na een brand blijft er van heel het kloostercomplex, met uitzondering van de kerk en het kleine Academiegebouw, slechts een ruïne over. Ook de meisjesschool aan de overkant van de Bosstraat is zwaar beschadigd. Om half negen verlaten de 13 achtergebleven zusters - waaronder 11 van Duitse nationaliteit - de brandende gebouwen. Via Brussel worden ze naar Aken gebracht. Vandaar komen de twee Belgische zusters, mère Félicité Van Assche en mère Dominique De Creeft, via Nederland naar Waver terug, waar ze op 13 oktober aankomen en zich in het huis van de directeur vestigen. Vrij spoedig na de eerste terugkeer te Onze-LieveVrouw-Waver, op 3 november, van de 'econome' mère Ignace Claes, wordt aan de herstelling van de gebouwen begonnen, dit onder leiding van Frans van Rompay. Zo kunnen midden november 1914 25 zusters Engeland verlaten om - via Nederland - terug naar Waver te komen teneinde daar, op verzoek van het bisdom, de normaalschool en de verschillende 'buitenscholen' zo spoedig mogelijk operationeel te maken. Twee klassen van de meisjesschool worden op 19 november 1914 heropend en op 15 februari en 10 april 1915 volgen telkens 2 andere klassen.
In de beroepsschool Heilige Familie te Mechelen - waarvan de leiding op 2 juli 1914 op verzoek van kardinaal Mercier door de Waverse Ursulinen was overgenomen, omdat zij de enige vrije school uit de omgeving van die aard was - worden de Waverse leergangen met beperkte middelen op 30 november heropend.
Na de overkomst van verschillende zusters kunnen daar in februari-maart 1915 de drie afdelingen van de Normaalschool regelmatig heringericht worden. Een omzendbrief brengt de ouders van de leerlingen al snel van deze nieuwe situatie op de hoogte.
In de jaren 1915-1916 wordt onder leiding van Frans van Rompay met 30 werklieden druk gewerkt aan de heropbouw van het Sint-Michielsgebouw. Ook het dak en het gewelf van de kerk (beschadigd door een bom), het dak van de kapel, de daklantaarns van de keuken en de buitenkoepel van de wintertuin worden hersteld. Men bouwt ook een nieuwe hoeve waarin op 16 maart 1917 de eerste koeien ondergebracht kunnen worden. Daardoor kan in een aantal basisproducten worden voorzien. De grote ketel van de brouwerij wordt door de Duitsers in beslag genomen en ontmanteld. De tijdig verborgen kerkklokken wordt dit lot bespaard.
Op 16 november 1918 verlaten de laatste Duitsers het Wavers grondgebied. Tijdens de aftocht wordt de meisjesschool nogmaals als kazerne gebruikt, waarbij heel wat van de inboedel als stookhout in rook opgaat. Het dorp kan echter herademen: de oorlog is ten einde.